Doeschka Meijsing
Robinson
salamander

Samenvatting
Robinson verhuist naar een provinciehoofdstad in de buurt van de zee, daar komt ze twee weken later dan de rest op school. Maar de rector stelde haar gerust door te zeggen dat ze de achterstand zo had ingelopen. Bij haar in de klas zat een buitengewone jongen genaamd Daniël. Hij was het neefje van de rector, waar ze in zijn kamer Johanna Freida voor het eerst ontmoette. Daniël verzette zich altijd tegen het gezag en werd al snel een maatje van Robinson. In alle vrije tijd die ze hadden bestookte hij haar met verhalen over de duivel, heksen en andere zwarte aangelegenheden. Robinson's vader was een zeeman in hart en nieren, en al ver voordat hij terug kwam begon ze al met aftellen. Toen haar vader tegen de kerst aankwam, ging het mis. Tijdens het schaatsen had hij Al snel een oogje op Johanna Freida en zij op hem.
Thuis aangekomen vond de moeder van Robinson het mutsje van Johanna Freida, ze vroeg van wie het was, en om ruzies of misverstanden te voorkomen zei Robinson maar dat het van haar was. Om te kijken of ze echt een affaire hadden volgde ze Johanna Freida een aantal malen van school naar huis, om het mutsje uiteindelijk aan haar terug te geven.
Ze hoopte dit maal minder op de thuiskomst van haar vader dan anders. Rond Pasen was hij weer thuis en stelde voor om een tochtje te maken over het Ijsselmeer, hij, Robinson, Daniël en natuurlijk Johanna Freida. Het ging allemaal goed totdat Daniël begon te roepen dat Johanna Freida ontslagen was en dat ze best zou weten waarom. Hierop kreeg hij een klap en vloog hij overboord.
Toen gebeurde alles in een stroomversnelling, Robinson moest 2 herexamens doen, Daniël was blijven zitten, Johanna Freida moest inderdaad haar spullen pakken. Dit kwam wederom door Daniël, die het voorval met haar en de vader van Robinson in geuren en kleuren aan de moeder van Robinson had verteld. Waarop zij gelijk naar de rector was gestapt. En aangezien hij toch al moeite had met Johanna Freida, vond hij dit rede genoeg om haar te ontslaan.
De zomervakantie brengt Robinson dan in de bibliotheek door, met het oog op de herexamens die ze naar alle waarschijnlijkheid toch niet gaat halen. Op weg naar huis, ziet ze dat Johanna Freida haar spullen al aan het pakken is. Thuis aangekomen krijgt ze te horen dat Daniël vertrekt. Hij gaat naar zijn familie in Zwitserland en vroeg of Robinson hem uit kwam zwaaien. Dit deed ze en realiserende dat ze nu iedereen waar ze voor de tijd van ongeveer een jaar heeft opgetrokken kwijt is zag ze op weg naar huis een koperen muziekfanfare vertrekken, weg van waar zij stond, in een richting die zij ook graag was gegaan.
Tijdverloop en decor
Tijdsverloop
Het verhaal is zo geschreven, dat het moment van de gebeurtenissen er niet zoveel toe doet, alleen maar in chronologisch opzicht. Al zou het dus nu of tien jaar geleden afspelen, het effect van de gebeurtenissen zou hetzelfde blijven. Maar als we het verhaal toch in een bepaalde tijd moeten plaatsen ga ik voor de jaren '70, omdat het verhaal rond deze tijd is geschreven en omdat op het einde 31 december 1975 wordt vermeld.
De vertelde tijd is ongeveer een jaar, vanaf het begin van het schooljaar na de verhuizing van Robinson, tot het einde van de zomervakantie van het jaar daarop. Het verhaal is chronologisch verteld, omdat de gebeurtenissen zich na elkaar afspelen. Toch wordt er wel wat vermeld over het verleden, namelijk toen Robinson 5 jaar oud was, maar dit werd meer gebruikt om de personage van haar moeder neer te zetten. Ook zou je op het einde een grote flashback kunnen zien, omdat ze zich dan realiseert dat ze weer van voor of aan kan beginnen.
Het verhaal begint ongeveer gelijk wanneer Robinson naar haar nieuwe stad is verhuisd, waar alles anders was dan vroeger. Bovendien is het einde gesloten, zodat er een afgerond verhaal is beschreven.
Decor
Het speelt zich af in een provinciestad dichtbij zee, waarschijnlijk wordt hier Haarlem mee bedoeld, omdat Doeschka hier is opgegroeid. De belangrijkste plaatsen zijn hier de school, het station, het huis van Robinson en de haven waar de vader van Robinson aanmeerde. Ook komt het IJsselmeer en de plaats Hoorn erin voor.
Het weer wordt telkens per jaargetijde beschreven, hierbij is het in de zomer zo heet dat de mussen van het dak vallen en is er sneeuw in de winter.
Vertelwijze
Er is gebruik gemaakt van het ik vertelperspectief, hierbij wordt alles gezien door de ogen van Robinson, maar wordt er toch een bepaalde afstand gecreëerd. Dit is duidelijk te zien, aan het telkens terugkerende 'zei ze'.
Thema
Het thema van het boek was overduidelijk isolatie.
Robinson had namelijk niet veel vrienden en waande zich in een eigen wereldje, waarin ze zich plaatste op een eiland. Als dan je enige tijdverdrijf, haar 'vriend' Daniël, ook nog wegvalt, heb je geen poot meer om op te staan als je moeder je niet ziet staan en als je vader het overgrote deel van het jaar op zee zit.
Personages
Hoofdpersonen
Robinson:
Een 17 - jarig meisje dat eigenlijk een jongetje had moeten zijn als het aan haar vader gelegen had. Dat is waarom ze met de mannelijke naam Robinson opgescheept zit.
Ze voelt zich schuldig over allerlei zaken, waarbij de rector dit nog bevestigd. Ondanks dat zij er niets aan kon doen. Ze heeft ook weinig eigenwaarde en een geheel verkeerde instelling. Ze heeft namelijk last van het 'het lukt me niet' - syndroom. Dit komt naar voren als ze zelf verantwoordelijk is voor haar daden, denk bijvoorbeeld aan schoolexamens. Ze heeft een enorme fantasie en laat zich leiden door allerlei zelfbedachte dromen.
Ze gaat het liefst confrontaties uit de weg (ze verraadde niets over mutsje van Johanna Freida) en gaat zelf eerst op onderzoek voor ze een beslissing neemt. Dit gedrag werd echter verbroken door Daniël, die haar zo in kon palmen dat ze toch samen naar bed gingen.
Daniël Bierwolf:
Ik noem hem ook een hoofdpersonage omdat hij de meeste invloed had op Robinson en omdat ze mede dankzij hem in een diep gat is gevallen. Hij had blauwe ogen met pikzwart haar, wat niet veel goeds voorspelt. Hij had grote overredingskracht en was een buitenbeentje. Hij was niet voor niets al van een andere school afgestuurd en moest hij zich elke donderdag om kwart over drie melden bij zijn oom de rector. Hij ging vaak huiswerk maken bij Robinson en had geregeld last van migraine aanvallen. Bovendien had hij veel lef, hij zorgde er namelijk in zijn eentje voor om een hele feestmiddag te verzieken door als travestiet op te treden en ook het boottochtje op het IJsselmeer hielp hij naar de haaien.
Zijn enthousiasme zat in een neerwaartse spiraal waarna uiteindelijk zijn geluk ging beproeven bij zijn familie in Zwitserland.
Bijpersonen
Johanna Freida:
Ze gaf Duits op de school van Robinson en liet het kaas niet van haar brood eten. Het was een sterk persoon en hield zich niet in voor een hogere autoriteit. Ze viel op de vader van Robinson en zorgde zo voor spanningen tussen Robinson en haar moeder, omdat Robinson het haar moeder niet wilde vertellen.
Moeder van Robinson:
Een goed uitziende vrouw, zelfbewust en zeker van haar zaak. Ze had niet echt oog voor Robinson en legde haar alleen het vuur aan de schenen toen ze al bijna was gezakt voor haar examen. En ondanks dat ze wist dat haar man van alles uitspookte met andere vrouwen bleef ze bij hem uit misplaatst fatsoen en omdat graag vrouw van de kapitein bleef.
Vader van Robinson:
Werd door Robinson als een echte held / zeerover gezien en had er geen moeite mee zijn vrouw te misleiden. Verder is hij rustig en charmant. Hij zet zijn dochter echter wel tussen vuren door een affaire aan te gaan met Johanna Freida.
De rector:
Een grijze man met alles in zijn omgeving in diezelfde kleur, van stropdas tot vulpen, alles om hem heen was grauw. Uit goed fatsoen nam hij zijn neef onder zijn hoede en zorgde door zijn gedrag voor veel ellende en een groter schuldgevoel bij Robinson.
Titel en motto
Titel
Robinson
Motto
'Ah, the world! Oh, the world!'
Herman Melville
Ah, the world!
Dit deel verwijst naar de argeloosheid en verwachtingen waarmee Robinson de nieuwe wereld waar ze komt te wonen betreedt. Zie het begin van het verhaal: 'en plotseling was alles anders dan vroeger'.
Oh, the world!
Als iedereen waarmee ze het leven het afgelopen jaar had gedeeld uit haar stad verdwijnt (Johanna Freida was ontslagen en Daniël ging naar Zwitserland) blijft er weinig voor Robinson over. Alles zou wederom veranderen (tweede omkeerpunt) waarbij ze weinig tot niets meer verwacht.
Keuze opdracht
Gedicht:
Nieuw begin
alleen
vrienden
weer alleen
nieuw beging
Maak jouw eigen website met JouwWeb